Als een bloem op het veld,
Zo is ook de mens.
Die ene bloem kijkt om zich heen,
Ziet een veld om zich heen met de mooiste bloemen in groepjes bij elkaar.
En hij staat daar alleen,
En geen enkele andere bloem kijkt ernaar.
Zij zijn mooi en pronken met hun schoonheid,
Maar hij is al wat ouder en een beetje verdord.
Die ene bloem voert daar de strijd,
Hij leeft waarschijnlijk nog maar kort.
Maar toch is deze bloem tevreden,
De zonnige lucht verdwijnt langzaam uit het zicht.
Hij denkt aan zijn verleden,
In de verte komt een donkere wolk aan het licht.
Hij heeft de zonnige tijd mogen meemaken,
Zij moeten nu de donderwolken trotseren.
Hij ziet hoe de mooie bloemen hun gesprekken staken,
En hun gezichten naar de lucht toe keren.
Dan komt de wind en laat zich over het veld horen,
De steel van die ene bloem knakte en hij ging dood.
Niemand heeft een bijzonder iemand aan deze bloem verloren,
Maar die zo mooie bloemen zaten nu in nood.
Die eenzame lelijke bloem had een zonnig leven,
De anderen moesten nu in donkerheid staan.
Er was nu niets meer wat die lelijke bloem hun nog kon geven.
Zij moesten nu hun verdiende weg gaan.
Als een bloem op het veld,
Zo is ook de mens.
@Schrijfter: Marianne van Zoest
Geen opmerkingen:
Een reactie posten